Voor waterbeheerders en de ruimtelijke-ordeningspartners (rijk, provincies en gemeenten) ligt er een grote opgave voor een goede of nog betere omgevingskwaliteit voor de lange termijn. Alleen dan kunnen waterproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen, en alleen dan kunnen gebiedskansen worden benut. Ontwikkelingen als zeespiegelstijging, bodemdaling, een veranderend klimaat, verzilting en een verdergaande druk op en in de ondergrond leiden ertoe dat waterbeheer van steeds groter belang wordt voor de wijze waarop het land wordt geordend, ingericht en beheerd. Adequaat waterbeheer blijft dan ook nodig om ook voor de langere termijn
het land bewoonbaar en leefbaar te houden. Waar de relatie water en ruimtelijk ordening inmiddels al aardig op het netvlies van bestuurlijk-politiek Nederland staat, is het nu ook de hoogste tijd te investeren in de relatie water en bouwen. Hier is nog een wereld te winnen, niet in de laatste plaats om ons land ook over 100 jaar nog bewoonbaar te houden. De Grondwet legt hier de overheden een gezamenlijke zorgplicht op.
Geheel in de geest van de verdergaande samenwerkingstendens op alle bestuursniveaus, is het aan de waterbeheerders en de ro-partners om samen op te trekken in de keten van het ordenen, inrichten en beheren van de omgeving. Waar op een dergelijke manier wordt gewerkt, is wijzen op wettelijke bevoegdheden en instrumenten niet of nauwelijks aan de orde. Een gezamenlijke wil doet tenslotte altijd nog meer dan een beroep op wet- en regelgeving.